De tot voor kort wijdverspreide opvatting dat religie zou verdwijnen in Noordwest Europa, wordt meer en meer betwist. Religie zou niet zozeer verdwijnen, maar subjectiever en persoonlijker worden, voornamelijk gericht op de individuele religieuze ervaring. Dit boek onderzoekt in hoeverre deze invloedrijke opvatting over religieuze veranderingen houdbaar is, aan de hand van een kwalitatief onderzoek naar evangelicalisme onder Nederlandse jongeren – vandaag de dag een van de meest populaire manifestaties van het Christendom in Nederland. De auteur introduceert de lezer in de wereld van jonge evangelicals en in de religieuze gemeenschappen waar zij hun geloof gestalte geven. Hij bespreekt de levensbeschouwelijke en morele repertoires waaruit zij putten, de wijze waarop het heilige wordt bemiddeld, en de implicaties hiervan voor de discussies over de aard en de toekomst van religie in Noordwest Europa.