Waar ging het de Hollandse meesters om bij hun verbeelding van de werkelijkheid? Bevatten hun schilderijen verborgen betekenissen? Hoe verklaar je hun aandacht voor lichtval, spiegeling en materialen? Dit boek over het werk van de schilder en dichter Samuel van Hoogstraten, een leerling van Rembrandt, werpt nieuw licht op talrijke thema’s uit de schilderpraktijk en –theorie van de Gouden Eeuw. Het behandelt het ‘Hollandse realisme’ met zijn vergankelijkheidsymboliek, evenals Rembrandts streven om emoties te verbeelden waarmee hij de beschouwer bij de voorstelling betrok. Opvattingen over imitatie en illusionisme blijken te zijn gebaseerd op filosofische motieven. Uitgaande van discussies in Rembrandts atelier, biedt
The Visible World een ambitieus overzicht van de Nederlandse kunstopvattingen uit de zeventiende eeuw.
The Visible World verschijnt in de
Amsterdamse Gouden Eeuw Reeks uitgegeven door Amsterdam University Press in samenwerking met het
Centrum voor de Studie van de Gouden Eeuw.
The Visible World is bekroond met de Jan van Gelderprijs in 2009.
“Thijs Weststeijns boek … is voorbestemd om een van de voornaamste Bijbels te worden voor hen die ook maar iets van Samuel van Hoogstratens gedachtengoed willen lezen en begrijpen …. Geschreven in een heldere, elegante taal’. Jan Blanc in Simiolus 33/4 (2007-8).
“Door gerichte vragen te stellen over de kunsttheorie van de Nederlandse barook en de plaats van Van Hoogstraten hierin, heeft Thijs Weststeijn overtuigende en weloverwogen antwoorden gegeven, en een zeer gewaardeerde en meesterlijke bijdrage geleverd aan het onderzoeksveld”. Amy Golahny in Sehepunkte 10 (2010), nr. 6.
“[Weststeijn] laat overtuigend zien hoe Van Hoogstratens Inleyding is geworteld in de traditie van de klassieke retorica en filosofie..... In hoofdstukken over aspecten die in de Inleyding uitvoerig aan de orde komen, zoals de schilderkunstige imitatie, het kleurgebruik en het uitbeelden van emoties, wordt duidelijk dat Van Hoogstraten er een heel eigen kijk op de kunsttheorie op na hield. .... Op verschillende plaatsen in zijn boek veronderstelt Weststeijn dat Samuel van Hoogstraten vooral de schilderspraktijk van Rembrandt heeft willen legitimeren, door ideeën die hij als leerling in diens atelier moet hebben opgepikt schriftelijk vast te leggen.” Bram de Klerck in NRC Handelsblad, 13 februari 2009