Denken over geloven: Inleidende overwegingen						
1. Moderne zekerheid									
J.H. Scholten: ‘een redelijk geloof’							
A. Kuenen: ‘vroom en vrij’								
L.W.E. Rauwenhoff: ‘de dichtende verbeelding’					
2. Uitgaan van God of van de geschiedenis der godsdiensten?			
J.H. Gunning: ‘uit het beginsel van het geloof der gemeente’			
C.P. Tiele: ‘op zuiver onpartijdig, wetenschappelijk standpunt’			
P.D. Chantepie de la Saussaye: ‘Leven gaat vóór de waarheid’			
3. Geloven als waagstuk									
W.B. Kristensen: ‘Wij blijven vreemdelingen in de voorhof van de tempel’		
K.H. Roessingh: ‘de breuk die er is in de werkelijkheid’				
H.T. de Graaf: ‘het onuitputtelijk levensverband’					
4. Agnostische terughoudendheid							
L.J. van Holk: ‘de ondoorgrondelijke, die het ontoegankelijk licht bewoont’	
H.J. Heering: ‘wacht even, wacht even, want wij hebben dit gedaan’		
H.J. Adriaanse: ‘waar de wetenschappen over hebben te zwijgen’			
5. Geloof als taal en als overtuigingen							
Chronologisch overzicht									
Noten 
Literatuurlijst										
Personenregister										
Woorden van dank