Jacob Israël de Haan was romanschrijver, dichter en jurist. In
Nederland was hij bekend als schrijver van Pijpelijntjes (1904),
een roman waarin openlijk homoseksualiteit werd beschreven.
Hij bekeerde zich tot het zionisme en emigreerde in 1919 naar
Palestina als correspondent voor het Algemeen Handelsblad. Zijn
feuilletons schetsen een levendig beeld van de politieke situatie
en het leven van alledag in het nieuwe Joods Nationaal Tehuis,
dat zich dankzij de Balfour Declaratie in Palestina ontwikkelde.
In Jeruzalem sloot hij zich echter al snel aan bij de anti-
zionistische ultraorthodoxe gemeenschap van rabbijn Chaim
Sonnenfeld en bij de Agoedat Israël, de internationale organisatie
van orthodoxe Joden. Hij werd hun juridisch adviseur en politiek
woordvoerder in hun conflict met de zionistische organisatie. De
Haan leverde onder andere kritiek op deze organisatie omdat zij
bij de verwezenlijking van het Joods Nationaal Tehuis te weinig
rekening hield met de Palestijnse Arabieren, die negentig procent
van de bevolking uitmaakten. In juni 1924 werd hij door een
zionistische commando vermoord.