De Delftse Bijbel van 1477 is het eerste boek dat werd gedrukt in de Nederlandse taal. Dit gebeurde tegen de achtergrond van de uitvinding van de boekdrukkunst, de groei van de steden en de toenemende zelfstandigheid van leken op religieus gebied. Omdat de Delftse Bijbel al vroeg als een belangrijk boek gezien werd zijn er veel exemplaren bewaard gebleven. Van Duijn bestudeerde er 61 die wereldwijd verspreid zijn. Hij schetst een levendig beeld van de vertalers, bewerkers en drukkers die bij de uitgave betrokken waren.